
X-bus
status
(Rood)
Geeft de status van de X-bus-communicatie aan in de
programmeermodus Engineer volledig
Knippert langzaam: (ongeveer om de 1,5 seconde) geeft
aan dat X-bus-communicatiestatus is OK.
Knippert snel: (ongeveer om de 0,20 seconde) geeft het
laatste bediendeel of de laatste uitbreiding op de lijn aan
(geldt niet voor ster- en multipuntconfiguratie)
Als het toetsenbord voor de eerste keer wordt geïnstalleerd
en het wordt voorzien van stroom voordat verbinding is
gemaakt met de X-bus-interface van de controller, blijft de
6. Softwaretoetsen (links en rechts)
De softwaretoetsen links en rechts zijn contextgevoelige toetsen voor het
navigeren door en programmeren van het systeem.
7. Ontvangstgebied proximity-lezer
Als het bediendeel is uitgerust met een proximity-lezer (SPCK421), moeten
gebruikers de Portable ACE Fob 1 cm van dit gebied houden om het systeem
in of uit te schakelen.
8. Multifunctionele navigatietoets
De multifunctionele navigatietoets biedt in combinatie met de display een
interface voor de programmering van het systeem.
Overzicht van typen bediendelen
Basisbediendeel
SPCK
U kunt de modelinformatie aflezen op het label aan de binnenzijde van het
bediendeel, zie Afb. 7.
Zie Afb. 7: Label van bediendeel
Label aan binnenzijde van bediendeel
Uitklaplabel waarop installateur gegevens kan noteren. Vul alle relevante
informatie in als de installatie is voltooid
Bediendeel aan de wand monteren
Installeer het bediendeel op ooghoogte (130-140 cm) zodat de display
goed zichtbaar is.
U monteert de SPCK420/421 als volgt aan de wand:
Verwijder de borgschroef met een passende schroevendraaier en druk met
enige kracht op beide druktabs totdat de achterzijde van het bediendeel in
een neerwaartse beweging loskomt.
Zie Afb. 3: Montage-elementen bediendeel I
Plaats de achterzijde van het bediendeel op de gewenste locatie op de
wand. Zorg dat de alarmkabels door de kabeldoorvoer passen. Markeer de
positie van het bediendeel op de wand met de borgschroef en verwijder het
bediendeel.
Zie Afb. 4: Montage-elementen bediendeel II
Boor de 2 andere gaten en schroef de achterzijde van het bediendeel op de
wand. Zorg dat de alarmkabels eenvoudig bereikbaar zijn via de
kabeldoorvoer. Verwijder de uitdrukstukken zodat kabels vanaf de onder- of
zijkant toegang hebben tot het bediendeel.
Het onderste uitdrukstuk moet niet worden verwijderd voor EN50131
Zie Afb. 4: Montage-elementen bediendeel III
X-bus-interface op printplaat van bediendeel
Sluit de draden aan op de X-bus-interface van het printplaat van het
bediendeel (Zie de sectie SPCK420/421 aansluiten). Zorg dat de
voedingsaansluitingen (+12V en 0V) zijn aangesloten op de
corresponderende draden van elke kabel.
Bevestig de voorzijde van het bediendeel weer op de achterzijde door de
borgklemmen op een lijn te brengen met de druktabs en voorzichtig met
enige kracht druk uit te oefenen op de bovenzijde van het bediendeel totdat
deze vastklikt.
Boor op de gemarkeerde positie een gat in de wand en lijn de opening voor
de borgschroef hierop uit. Houd de achterzijde van het bediendeel
horizontaal, markeer de positie van de 2 andere boorgaten door de
openingen voor de onderste borgschroeven.
Het bediendeel aansluiten
Leg kabels voor bediendelen nooit naast telefoonkabels, kabels met hoge
spanning of antennes voor draadloze communicatie. De bedrading van
bediendelen moet apart worden bekabeld. Bediendelen mogen geen kabels
delen met andere apparaten (telefoon, PIR's en dergelijke). Gebruik het
bediendeel niet als verdeeldoos voor voedingsdraden naar sensoren.
De SPCK420/421 ontvangt de voeding (12 VDC) en communicatie via
aansluitingen op de klemmenstrook in de behuizing van het bediendeel.
U krijgt toegang tot de klemmenstrook door de voor- en achterzijde van het
bediendeel los te halen. Hiervoor verwijdert u de borgschroef met een passende
schroevendraaier.
Nadat u de borgschroef hebt verwijderd, steekt u de bovenzijde van een 5 mm
schroevendraaier met platte kop (of vergelijkbaar) in een van de druktabs en drukt
u voorzichtig met enige kracht totdat het voorpaneel loskomt van de achterzijde
van het bediendeel. Herhaal dit bij de tweede druktab tot de achterzijde van het
bediendeel in een neerwaartse beweging loskomt.
Zie Afb. 3: Kenmerken bediendeel I
Zie Afb. 5: Kenmerken bediendeel II
Borgklemmen van voorpaneel
Schakelaars voor handmatige adressering:
Klemmenstrook van X-bus-interface
Connectoren voor optionele draadloze module
Afsluitjumper. Deze jumper is standaard altijd aangebracht, maar bij de
bekabeling voor een sterconfiguratie moet de jumper worden verwijderd. (Zie
de paragraaf - Bekabeling van X-BUS-interface).
Bekabeling van X-bus-interface
De X-bus-interface verzorgt de verbinding van uitbreidingen en bediendelen met
de SPC-controller. Er zijn verschillende typologieën mogelijk voor de X-bus. Welke
wordt gekozen, is afhankelijk van de vereisten van de installatie.
OPMERKING: Maximale kabellengte van het systeem = aantal uitbreidingen en
bediendelen in het systeem x maximumafstand voor kabeltype.
UTP-categorie: 5 (massieve kern)
In Afb. 6 ziet u de bekabeling van de X-bus naar een uitbreiding/controller en de
volgende uitbreiding/controller in kanaalconfiguratie. Bij kanaalconfiguratie wordt
het laatste bediendeel niet terug aangesloten op de controller.
Zie Afb. 6: Bedrading van uitbreidingen
Zie de SPC Configuratiehandleiding van de aangesloten controller voor meer
instructies voor de bekabeling, afscherming, specificaties en beperkingen.
Voor informatie over adressering, reconfiguratie, plaats van apparaten, bewaking,
bewerken van namen, communicatietype van X-bus, storingtimer zie de SPC
2 softwaretoetsen, 1 multidimensionele navigatietoets
Bedrijfsstroom
SPCK420: Max. 90 mA bij 12 VDC
SPCK421: Max. 110 mA bij 12 VDC
Ruststroom
SPCK420: Max. 45 mA bij 12 VDC
SPCK421: Max. 80 mA bij 12 VDC
Beveiliging tegen
sabotage
Type B (per EN50131-3)
Sabotageveer voor / achter
SPCK421: Geïntegreerd (125kHz, EM 4102)
Vlak oppervlak, wandmontage
148 x 85 x 33 mm
Beveiliging van
behuizing
IP30
Normen
EN50131-1, Graad 3, klasse II
SE: SFF1014, Larmklass 2
Español – Instrucciones de instalación
Este dispositivo únicamente se conectará a fuentes de alimentación que
cumplan la norma EN60950-1, capítulo 2.5 ("Fuente de alimentación
Declaración de conformidad CE
Siemens Security Products declara por la presente que este producto cumple con
los requisitos fundamentales y otras disposiciones relevantes de la Directiva
1999/5/EC de Equipos radioeléctricos y equipos terminales de telecomunicación
(R&TTE) y la Directiva 2004/108/EC de Compatibilidad Electromagnética (EMC).
La Declaración de conformidad CE se encuentra disponible en su oficina de
ventas de Siemens o:
Siemens AB, Security Products
Englundavägen 7
SE-171 24 Solna
Comentarios a estos manuales